Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Grübler:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Grübler (Duits) in het Zweeds

Grübler:

Grübler [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Grübler (Träumer)
    grubblare; dagdrömmare
  2. der Grübler
    meditera; tänka över
  3. der Grübler (Griesgram; Sinnierer)
    grubblare

Vertaal Matrix voor Grübler:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dagdrömmare Grübler; Träumer
grubblare Griesgram; Grübler; Sinnierer; Träumer Launischen
meditera Grübler
tänka över Grübler
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tänka över abwägen; achten; aufschieben; ausmachen; aussetzen; bedenken; beschauen; bestimmen; betrachten; denken; durchdenken; ermessen; ernennen; erwägen; grübeln; hinausschieben; reflektieren; schwanken; schätzen; spekulieren; taxieren; unschlüssig sein; unschlüssig warten; veranschlagen; verschonen; verzögern; wanken; zaudern; zweifeln; zögern; überdenken; überlegen; überschlagen

Computer vertaling door derden: