Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Glut:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Glut (Duits) in het Zweeds

Glut:

Glut [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Glut
    glöd; glans; ljuskraft
    • glöd [-ett] zelfstandig naamwoord
    • glans [-en] zelfstandig naamwoord
    • ljuskraft zelfstandig naamwoord
  2. die Glut (Wärme; Hitze)
    värme
    • värme zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Glut:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
glans Glut Abglanz; Angewohnheit; Ehre; Finish; Flimmern; Funkeln; Glanz; Glitzern; Glorie; Glänzen; Ruhm; Schein; Scheinen; Schimmer; Schimmern
glöd Glut Bissigkeit; Brunst; Eifer; Glänzen; Glühen; Grimmigkeit; Heftigkeit; Inbrunst; Intensität; Leidenschaftlichkeit; Schimmer; Schärfe; Stachlichkeit; Stärke; Ungestüm; Zornigkeit
ljuskraft Glut
värme Glut; Hitze; Wärme
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
glöd Leuchteffekt; Leuchten; Schein nach außen

Wiktionary: Glut

Glut
  1. glühende Leidenschaft
  2. glühendes Material, Verbrennung ohne Flammenbildung

Cross Translation:
FromToVia
Glut glöd ember — glowing piece of coal or wood
Glut hetta; iver; häftighet ardeurchaleur vif, extrême.