Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Giftigkeit:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Giftigkeit (Duits) in het Zweeds

Giftigkeit:

Giftigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Giftigkeit (Enthalten eines Giftes)
    giftigt; toxiskt
  2. die Giftigkeit
    gift
    • gift [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Giftigkeit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gift Giftigkeit Gift; Toxin
giftigt Enthalten eines Giftes; Giftigkeit
toxiskt Enthalten eines Giftes; Giftigkeit
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gift verheiratet
giftigt boshaft; bösartig; böse; giftig; jähzornig; toxisch; unwirsch

Synoniemen voor "Giftigkeit":

  • Toxizität