Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Gewinsel:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Gewinsel (Duits) in het Zweeds

Gewinsel:

Gewinsel [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Gewinsel (Gejammer; Stöhnen; Flehen; )
    klagorop; klaganden
  2. Gewinsel (Gewimmer; Ächzen; Geächze)
    stön
    • stön [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Gewinsel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klaganden Flehen; Gebell; Geheul; Gejammer; Geklage; Gewimmer; Gewinsel; Geächze; Jammern; Stöhnen
klagorop Flehen; Gebell; Geheul; Gejammer; Geklage; Gewimmer; Gewinsel; Geächze; Jammern; Stöhnen
stön Gewimmer; Gewinsel; Geächze; Ächzen

Synoniemen voor "Gewinsel":