Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal Gewehr

Vertaal Gewehr van Duits naar Zweeds

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Gewehr:
- vapen; beväpning; gevär; pistol; eldvapen
Wiktionary:
- Gewehr → gevär, bete, bössa
- Gewehr → gevär, bössa

Duits

Uitgebreide vertaling voor Gewehr (Duits) in het Zweeds

Gewehr:

Gewehr [das ~] zelfstandig naamwoord

Gewehr (Waffe; Knarre; Pistole)
vapen; beväpning
- vapen [-ett] zelfstandig naamwoord
- beväpning [-en] zelfstandig naamwoord
Gewehr (Geschütz; Flinte; Waffe)
gevär
- gevär [-ett] zelfstandig naamwoord
Gewehr (Waffe; Feuerwaffe; Flinte)
pistol; eldvapen; gevär
- pistol [-en] zelfstandig naamwoord
- eldvapen zelfstandig naamwoord
- gevär [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Gewehr:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beväpning	Gewehr; Knarre; Pistole; Waffe	Aufrüstung; Bewaffnung
eldvapen	Feuerwaffe; Flinte; Gewehr; Waffe
gevär	Feuerwaffe; Flinte; Geschütz; Gewehr; Waffe
pistol	Feuerwaffe; Flinte; Gewehr; Waffe	Flinte; Knarre; Pistole; Spritze; Waffe; Wehr
vapen	Gewehr; Knarre; Pistole; Waffe	Kriegsgerät; Waffen

Synoniemen voor "Gewehr":

Knifte; Feuerwaffe; Schusswaffe

Wiktionary: Gewehr

Gewehr

noun

jägersprachlich, Plural: Eckzähne des Wildschweines
- Gewehr → gevär; bete
Schusswaffe ab 30 cm Gesamtlänge
- Gewehr → gevär; bössa

Cross Translation:

From	To	Via
• Gewehr	→ gevär; bössa	↔ gun — a less portable, long weapon
• Gewehr	→ gevär	↔ rifle — firearm with a rifled barrel
• Gewehr	→ gevär	↔ fusil — Arme à feu

Verwante vertalingen van Gewehr

dreiläufiges Gewehr