Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Gestank:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Gestank (Duits) in het Zweeds

Gestank:

Gestank [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Gestank (Geruch)
    stank
    • stank [-en] zelfstandig naamwoord
  2. der Gestank (Hauch)
    lukt; odör; stank
    • lukt [-en] zelfstandig naamwoord
    • odör [-en] zelfstandig naamwoord
    • stank [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Gestank:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lukt Gestank; Hauch Stint
odör Gestank; Hauch
stank Geruch; Gestank; Hauch Ranzigkeit

Synoniemen voor "Gestank":

  • Ausdünstung; Geruchsbildung; Mief; schlechte Luft; verbrauchte Luft; übler Geruch

Wiktionary: Gestank

Gestank
noun
  1. übler, unangenehmer Geruch

Cross Translation:
FromToVia
Gestank stank; odör reek — unpleasant smell
Gestank stank stink — strong bad smell
Gestank stank puanteur — Odeur fétide