Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Geseire:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Geseire (Duits) in het Zweeds

Geseire:

Geseire [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Geseire (Herumtollen; Geschwätz; Klönen; )
    lek; stoj
    • lek [-en] zelfstandig naamwoord
    • stoj [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Geseire:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lek Geleier; Genörgel; Gequengel; Geschwätz; Geseire; Getratsch; Gezänk; Herumtollen; Klönen Abweichung; Glücksspiel; Kartenstapel; Marge; Spiel; Spielchen; Stapel
stoj Geleier; Genörgel; Gequengel; Geschwätz; Geseire; Getratsch; Gezänk; Herumtollen; Klönen

Wiktionary: Geseire

Geseire
noun
  1. umgangssprachlich: wehleidiges Gejammer; unnützes Gerede