Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Geschäftshaus (Duits) in het Zweeds

Geschäftshaus:

Geschäftshaus [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Geschäftshaus (Bürogebäude)
    kontorsbyggnader; kontor; kontorskvarter

Geschäftshaus [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Geschäftshaus
    affärshus; handelshus
  2. Geschäftshaus (Handelsunternehmen; Handelshaus)
    kommersiell firma

Vertaal Matrix voor Geschäftshaus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
affärshus Geschäftshaus
handelshus Geschäftshaus
kommersiell firma Geschäftshaus; Handelshaus; Handelsunternehmen
kontor Bürogebäude; Geschäftshaus Büros; Ämter
kontorsbyggnader Bürogebäude; Geschäftshaus
kontorskvarter Bürogebäude; Geschäftshaus