Overzicht
Duits
Uitgebreide vertaling voor Gelenk (Duits) in het Zweeds
Gelenk:
-
Gelenk (Gelenkknubbel)
-
Gelenk (Glied)
Vertaal Matrix voor Gelenk:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fog | Gelenk; Gelenkknubbel | Fuge; Gelenkknubbel; Naht; Schweißnaht; Spalt |
skarv | Gelenk; Gelenkknubbel | Fuge; Gelenkknubbel; Naht; Schweißnaht; Spalt; Stutzen |
uttal | Gelenk; Glied | Aussprache; Aüsserung; Mitteilung; Urteil; Zeugenaussage; Äußerung |