Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal Geleier

Vertaal Geleier van Duits naar Zweeds

Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Geleier:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Geleier (Duits) in het Zweeds

Geleier:

Geleier [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Geleier (Quengelei; Gefasel)
    knotande; gnällande
  2. Geleier (Gequatsch; Geklatsch; Unsinn; )
    babbel; tjatter; kackel; snattrande
  3. Geleier (Geschwätz; Geplapper; Schwatzerei; )
    strunt; struntprat; tomt prat
  4. Geleier (Gequengel; Getratsche; Gejammer; Genörgel; Gequake)
    gnatande; tjatande
  5. Geleier (Gejammer)
    fladdrande
  6. Geleier (Herumtollen; Geschwätz; Klönen; )
    lek; stoj
    • lek [-en] zelfstandig naamwoord
    • stoj [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Geleier:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
babbel Gefasel; Geklatsch; Geleier; Geplapper; Geplauder; Gequassel; Gequatsch; Gerede; Geschwafel; Geschwätz; Schwatze; Tratsch; Unsinn; Wäscherei
fladdrande Gejammer; Geleier
gnatande Gejammer; Geleier; Genörgel; Gequake; Gequengel; Getratsche
gnällande Gefasel; Geleier; Quengelei
kackel Gefasel; Geklatsch; Geleier; Geplapper; Geplauder; Gequassel; Gequatsch; Gerede; Geschwafel; Geschwätz; Schwatze; Tratsch; Unsinn; Wäscherei
knotande Gefasel; Geleier; Quengelei
lek Geleier; Genörgel; Gequengel; Geschwätz; Geseire; Getratsch; Gezänk; Herumtollen; Klönen Abweichung; Glücksspiel; Kartenstapel; Marge; Spiel; Spielchen; Stapel
snattrande Gefasel; Geklatsch; Geleier; Geplapper; Geplauder; Gequassel; Gequatsch; Gerede; Geschwafel; Geschwätz; Schwatze; Tratsch; Unsinn; Wäscherei
stoj Geleier; Genörgel; Gequengel; Geschwätz; Geseire; Getratsch; Gezänk; Herumtollen; Klönen
strunt Gefasel; Geklatsch; Geleier; Geplapper; Gerede; Geschwätz; Getratsch; Klatschen; Schwatz; Schwatzerei Blech; Blödsinn; Firlefanz; Gefasel; Geplapper; Gerede; Geschwafel; Geschwätz; Kauderwelsch; Klatsch; Käse; Larifari; Quatsch; Unsinn; dummes Zeug
struntprat Gefasel; Geklatsch; Geleier; Geplapper; Gerede; Geschwätz; Getratsch; Klatschen; Schwatz; Schwatzerei Blech; Blödsinn; Firlefanz; Gefasel; Geplapper; Gequassel; Gerede; Geschwafel; Geschwätz; Kauderwelsch; Klatsch; Koller; Käse; Larifari; Quatsch; Torheit; Unsinn; Unsinnigkeit; dummes Zeug; wertloses Zeug
tjatande Gejammer; Geleier; Genörgel; Gequake; Gequengel; Getratsche
tjatter Gefasel; Geklatsch; Geleier; Geplapper; Geplauder; Gequassel; Gequatsch; Gerede; Geschwafel; Geschwätz; Schwatze; Tratsch; Unsinn; Wäscherei Geklatsch; Gequatsch; Geschwätz
tomt prat Gefasel; Geklatsch; Geleier; Geplapper; Gerede; Geschwätz; Getratsch; Klatschen; Schwatz; Schwatzerei
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fladdrande flatternd
gnatande tatelzüchtig
knotande brummig; griesgrämig; grimmig; knurrig; kribbelig; mürrisch; nörglerisch; sauertöpfisch; schlechtgelaunt; unwirsch; verdrießlich

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2025 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.1162 seconde
Page rendered in 1.0 seconds