Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Geizhals:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Geizhals (Duits) in het Zweeds

Geizhals:

Geizhals [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Geizhals (Knauser; Pfennigfuchser; Schacherer)
    snålvarg; girigbuk; gnidare
  2. der Geizhals (Geizhälse)
    snåljåp; gnidare; girigbuk

Vertaal Matrix voor Geizhals:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
girigbuk Geizhals; Geizhälse; Knauser; Pfennigfuchser; Schacherer
gnidare Geizhals; Geizhälse; Knauser; Pfennigfuchser; Schacherer Frager; Knauser; Pfennigfuchser; Sauertopf; Schacherer
snåljåp Geizhals; Geizhälse
snålvarg Geizhals; Geizhälse; Knauser; Pfennigfuchser; Schacherer Sauertopf

Synoniemen voor "Geizhals":


Wiktionary: Geizhals

Geizhals
noun
  1. sehr geizige Person; jemand, der sehr wenig Neigung hat, anderen etwas zu geben oder überhaupt etwas auszugeben

Cross Translation:
FromToVia
Geizhals girigbuk; gnidare miser — skinflint or scrooge