Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Geiselnehmer:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Geiselnehmer (Duits) in het Zweeds

Geiselnehmer:

Geiselnehmer [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Geiselnehmer (Entführer; Geisel; Kaper; Korsar)
    kidnappare
  2. der Geiselnehmer (Entführer)
    kapare
    • kapare [-en] zelfstandig naamwoord
  3. der Geiselnehmer (Seeräuber; Kaper; Glücksritter; Korsar)
    pirat
    • pirat [-en] zelfstandig naamwoord
  4. der Geiselnehmer
    en som tar gisslan; en som rånar

Vertaal Matrix voor Geiselnehmer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
en som rånar Geiselnehmer
en som tar gisslan Geiselnehmer
kapare Entführer; Geiselnehmer Abenteurer; Freibeuter
kidnappare Entführer; Geisel; Geiselnehmer; Kaper; Kidnapper; Korsar Kinderentführer
pirat Geiselnehmer; Glücksritter; Kaper; Korsar; Seeräuber

Synoniemen voor "Geiselnehmer":


Wiktionary: Geiselnehmer

Geiselnehmer
noun
  1. Person, die andere Menschen ihrer Freiheit beraubt