Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Gaumen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Gaumen (Duits) in het Zweeds

Gaumen:

Gaumen [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Gaumen
    gommen
    • gommen zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Gaumen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gommen Gaumen

Wiktionary: Gaumen

Gaumen
noun
  1. Anatomie: obere Begrenzung des Mundraums zur Nasenhöhle hin. Er beginnt im Anschluss an den Zahndamm als harter Gaumen und setzt sich fort als weicher Gaumen.
    • Gaumengom

Cross Translation:
FromToVia
Gaumen gom palate — roof of the mouth
Gaumen palats palais — Demeure vaste et somptueuse d’un souverain, d’un prince, d’un grand personnage