Garantie in het Zweeds vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Garantie:
- garanti; garantibevis; säkerhet; pant; borgen; gratis kundtjänst; fasthet; säkerhetsbevis
Wiktionary:
- Garantie → säkerhet, garanti
- Garantie → garanti

Duits

Uitgebreide vertaling voor Garantie (Duits) in het Zweeds

die Garantie (Garantieschein)
garanti; garantibevis
- garanti [-en] zelfstandig naamwoord
- garantibevis zelfstandig naamwoord
die Garantie (Bürge; Bürgschaft; Gewähr; Pfand; Unterpfand; Sicherheit; Garantieschein)
säkerhet; garanti; pant; borgen
- säkerhet [-en] zelfstandig naamwoord
- garanti [-en] zelfstandig naamwoord
- pant [-en] zelfstandig naamwoord
- borgen zelfstandig naamwoord
die Garantie (gratis Kundendienst)
gratis kundtjänst; garanti
- gratis kundtjänst zelfstandig naamwoord
- garanti [-en] zelfstandig naamwoord
die Garantie (Sicherheit; Gewißheit; Pfand)
säkerhet; fasthet
- säkerhet [-en] zelfstandig naamwoord
- fasthet [-en] zelfstandig naamwoord
die Garantie (Gewähr; Marke; Siegel; Garantieschein)
garanti; säkerhetsbevis
- garanti [-en] zelfstandig naamwoord
- säkerhetsbevis zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
borgen	Bürge; Bürgschaft; Garantie; Garantieschein; Gewähr; Pfand; Sicherheit; Unterpfand	Bürgschaft; Kaution; Kautionssumme; Pfand; Sicherheit; Sicherheitsleistung; Unterpfand
fasthet	Garantie; Gewißheit; Pfand; Sicherheit	Bestimmtheit; Beständigkeit; Dauerhaftigkeit; Festigkeit; Halt; Herzhaftigkeit; Schneidigkeit; Sicherheit; Solidität; Stabilisierung; Stabilität; Tapferkeit
garanti	Bürge; Bürgschaft; Garantie; Garantieschein; Gewähr; Marke; Pfand; Sicherheit; Siegel; Unterpfand; gratis Kundendienst	Gewährleistung; Pfande; Sicherung; Unterpfande
garantibevis	Garantie; Garantieschein
gratis kundtjänst	Garantie; gratis Kundendienst
pant	Bürge; Bürgschaft; Garantie; Garantieschein; Gewähr; Pfand; Sicherheit; Unterpfand	Pfande; Unterpfande
säkerhet	Bürge; Bürgschaft; Garantie; Garantieschein; Gewißheit; Gewähr; Pfand; Sicherheit; Unterpfand	Anlagepapier; Festigkeit; Geborgenheit; Gewißheit; Gewährleistung; Halt; IT-Sicherheit; Pfande; Protektion; Realität; Schutz; Sicherheit; Sicherstellung; Sicherung; Unterpfande; Wertpapier; Wirklichkeit
säkerhetsbevis	Garantie; Garantieschein; Gewähr; Marke; Siegel

Garantie

noun

Bank: Bürgschaft, Haftung
- Garantie → säkerhet
verbindliche Zusage
- Garantie → garanti
Handel: schriftliche Zusicherung für fehlerfreie Leistung und kostenfreie Reparatur
- Garantie → garanti
Sicherheit, Gewähr
- Garantie → garanti

Cross Translation:

From	To	Via
• Garantie	→ garanti	↔ guarantee — written declaration
• Garantie	→ garanti	↔ warranty — legal: engagement or undertaking that a certain fact is as promised