Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal Gabe

Vertaal Gabe van Duits naar Zweeds

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Gabe:
- begåvelse; talang; möjlighet; dos; dosis; skänka; ge bort
Wiktionary:
- Gabe → gåva
- Gabe → gåva, present, skänk, anlag

Duits

Uitgebreide vertaling voor Gabe (Duits) in het Zweeds

Gabe:

Gabe [die ~] zelfstandig naamwoord

die Gabe (Talent; Kapazität; Fähigkeit; Veranlagung; Potential; Leistungsfähigkeit; Geschicklichkeit; Begabung; Ader; Genialität; Leistung; Leistungsvermögen; Genie; Händchen; Begabtheit)
begåvelse; talang; möjlighet
- begåvelse zelfstandig naamwoord
- talang [-en] zelfstandig naamwoord
- möjlighet [-en] zelfstandig naamwoord
die Gabe (Dosis; Portion; Abgabe; Dose)
dos; dosis
- dos [-en] zelfstandig naamwoord
- dosis zelfstandig naamwoord
die Gabe (Donation; Geschenk; Spende; Schenkung; Gift; Geldgeschenk; Stiftung; Geldspende; Zuwendung; Gefälligkeit)
skänka; ge bort
- skänka [-en] zelfstandig naamwoord
- ge bort zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Gabe:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
begåvelse	Ader; Begabtheit; Begabung; Fähigkeit; Gabe; Genialität; Genie; Geschicklichkeit; Händchen; Kapazität; Leistung; Leistungsfähigkeit; Leistungsvermögen; Potential; Talent; Veranlagung
dos	Abgabe; Dose; Dosis; Gabe; Portion	Anzahl; Dosierung; Menge; Quantität; Quantum; Zahl
dosis	Abgabe; Dose; Dosis; Gabe; Portion	Dosierung
ge bort	Donation; Gabe; Gefälligkeit; Geldgeschenk; Geldspende; Geschenk; Gift; Schenkung; Spende; Stiftung; Zuwendung	Weggeben
möjlighet	Ader; Begabtheit; Begabung; Fähigkeit; Gabe; Genialität; Genie; Geschicklichkeit; Händchen; Kapazität; Leistung; Leistungsfähigkeit; Leistungsvermögen; Potential; Talent; Veranlagung	Chance; Gelegenheit; Möglichkeit
skänka	Donation; Gabe; Gefälligkeit; Geldgeschenk; Geldspende; Geschenk; Gift; Schenkung; Spende; Stiftung; Zuwendung
talang	Ader; Begabtheit; Begabung; Fähigkeit; Gabe; Genialität; Genie; Geschicklichkeit; Händchen; Kapazität; Leistung; Leistungsfähigkeit; Leistungsvermögen; Potential; Talent; Veranlagung	Begabung; Fakultät
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ge bort		ausgeben; auspacken; ausplaudern; geben; hergeben; schenken; vergeben; weggeben
skänka		ausstellen; austeilen; begünstigen; bevorrechten; bevorzugen; einreichen; einschenken; erweisen; geben; gießen; schenken; spenden; stiften; verehren; verschenken
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
talang		begabt; talentiert

Synoniemen voor "Gabe":

Dotierung; Schenkung; Stiftung
Anlage; Begabung; Talent; psychologische Eigenschaft
Almosen; Armengeld; Gnadenbrot; Gnadengeschenk; milde Gabe; Obolus; Scherflein; Spende; Zuwendung
Aufmerksamkeit; Geschenk; Mitbringsel; Präsent
Verabreichung; Zuteilung; Zuweisung

Wiktionary: Gabe

Gabe

noun

eine Begabung, ein Talent (zum Beispiel Genialität, Sportlichkeit)
- Gabe → gåva
ein Geschenk, Präsent, Almosen, eine Spende
- Gabe → gåva

Cross Translation:

From	To	Via
• Gabe	→ gåva; present; skänk	↔ cadeau — présent, objet que l’on offrir à quelqu’un sans rien attendre en retour, dans l'intention de le surprendre ou de lui être agréable.
• Gabe	→ gåva; skänk	↔ don — Action d’offrir à quelqu’un quelque chose, de lui en abandonner la propriété ou Présent qu’on lui fait ainsi.
• Gabe	→ gåva; anlag	↔ don — Aptitude.

Computer vertaling door derden: