Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Fußgestell:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Fußgestell (Duits) in het Zweeds

Fußgestell:

Fußgestell [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Fußgestell (Untergestell; Gestell; Fahrgestell)
    kaross
    • kaross [-en] zelfstandig naamwoord
  2. Fußgestell (Chassis; Fahrgestell; Gestell)
    chassis
  3. Fußgestell (Sockel; Gestell)
    stativ
    • stativ [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Fußgestell:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chassis Chassis; Fahrgestell; Fußgestell; Gestell
kaross Fahrgestell; Fußgestell; Gestell; Untergestell
stativ Fußgestell; Gestell; Sockel