Duits
Uitgebreide vertaling voor Frist (Duits) in het Zweeds
Frist:
-
die Frist (Einsendeschluß)
stängningstidpunkt-
stängningstidpunkt zelfstandig naamwoord
-
-
die Frist (Einsendeschluß)
-
die Frist (Einsendeschluß; Termin; Zeitraum; Zeitspanne; Zeitabschnitt; Zeitbestimmung; Zeitlimit; Phase; Spielzeit)
tidsgräns; sista dagen för inlämning; sista dagen för underskrift-
tidsgräns zelfstandig naamwoord
-
sista dagen för inlämning zelfstandig naamwoord
-
sista dagen för underskrift zelfstandig naamwoord
-
-
die Frist (Zeitabschnitt; Periode; Epoche; Zeitraum; Zeitalter)
-
die Frist (Termin; Zeitlimit)
-
die Frist (Aufschub; Vertagung; Verzögerung; Galgenfrist; Verschiebung)
senareläggande; försening; frist; uppskjutning; uppskjutande-
senareläggande zelfstandig naamwoord
-
uppskjutande zelfstandig naamwoord
-
-
die Frist (Bedenkzeit)