Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal Fressen

Vertaal Fressen van Duits naar Zweeds

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Fressen:
- mat; kost; födande; glufsande
Wiktionary:
- Fressen → krubb, käk, foder, utfodring

Duits

Uitgebreide vertaling voor Fressen (Duits) in het Zweeds

Fressen:

Fressen [das ~] zelfstandig naamwoord

Fressen (Ernährung; Speisung; Nahrungsmittel; Essen; Futter; Speise; Nahrung; Proviant; Verpflegung; Mundvorräte; Beköstigung; Mundvorrat; Kost)
mat; kost
- mat [-en] zelfstandig naamwoord
- kost [-en] zelfstandig naamwoord
Fressen (Auffressen)
födande
- födande zelfstandig naamwoord
Fressen (Schlingen)
glufsande
- glufsande zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Fressen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
födande	Auffressen; Fressen
glufsande	Fressen; Schlingen	Fraß
kost	Beköstigung; Ernährung; Essen; Fressen; Futter; Kost; Mundvorrat; Mundvorräte; Nahrung; Nahrungsmittel; Proviant; Speise; Speisung; Verpflegung	Kostgeld
mat	Beköstigung; Ernährung; Essen; Fressen; Futter; Kost; Mundvorrat; Mundvorräte; Nahrung; Nahrungsmittel; Proviant; Speise; Speisung; Verpflegung	Ernährung; Essen; Kost; Lebensmittel; Nahrung; Verpflegung

Synoniemen voor "Fressen":

Futter; Fütterung; Mast; Tiernahrung

Wiktionary: Fressen

Fressen

noun

(von Tieren; salopp oder emotional, abwertend von Menschen) Vorgang, Handlung, bei dem beziehungsweise bei der gefressen wird
- Fressen → krubb; käk; foder; utfodring

Verwante vertalingen van Fressen

gefundene fressen