Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Freibeuter:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Freibeuter (Duits) in het Zweeds

Freibeuter:

Freibeuter [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Freibeuter (Abenteurer)
    fribytare; lyckojagare
  2. der Freibeuter (Abenteurer)
    fribytare; sjörövare; kapare

Vertaal Matrix voor Freibeuter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fribytare Abenteurer; Freibeuter
kapare Abenteurer; Freibeuter Entführer; Geiselnehmer
lyckojagare Abenteurer; Freibeuter
sjörövare Abenteurer; Freibeuter Piraten; Seeräuber

Synoniemen voor "Freibeuter":


Wiktionary: Freibeuter


Cross Translation:
FromToVia
Freibeuter rånare; rövare ravisseur — Traductions à trier suivant le sens