Frage in het Zweeds vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Duits

Uitgebreide vertaling voor Frage (Duits) in het Zweeds

die Frage (Streitfrage; Sache; Fall; Problem; Angelegenheit)
fråga; ämne; angelägenhet; sak; utgang; resultat
- fråga [-en] zelfstandig naamwoord
- ämne [-ett] zelfstandig naamwoord
- angelägenhet [-en] zelfstandig naamwoord
- sak [-en] zelfstandig naamwoord
- utgang [-en] zelfstandig naamwoord
- resultat [-ett] zelfstandig naamwoord
die Frage (Affäre; Sache; Angelegenheit)
angelägenhet; sak; affär
- angelägenhet [-en] zelfstandig naamwoord
- sak [-en] zelfstandig naamwoord
- affär [-en] zelfstandig naamwoord
die Frage
Fråga
- Fråga
die Frage
fråga
- fråga [-en] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
affär	Affäre; Angelegenheit; Frage; Sache	Geschäft; Geschäfte; Handel; Laden; Transaktion; Verkauf; Vertrieb
angelägenhet	Affäre; Angelegenheit; Fall; Frage; Problem; Sache; Streitfrage	Dringlichkeit
fråga	Angelegenheit; Fall; Frage; Problem; Sache; Streitfrage	Abfrage; Anfrage; Interpellation; Substanz
resultat	Angelegenheit; Fall; Frage; Problem; Sache; Streitfrage	Auflösungen; Ausschlag; Auswirkung; Effekt; Effekte; Ende; Endergebnis; Ergebnis; Folge; Folgerung; Konsequenz; Lösungen; Pfandbriefe; Resultante; Resultat; Resultate; Resultierende; Wirkung
sak	Affäre; Angelegenheit; Fall; Frage; Problem; Sache; Streitfrage	Grund; Substanz; Ursache
utgang	Angelegenheit; Fall; Frage; Problem; Sache; Streitfrage
ämne	Angelegenheit; Fall; Frage; Problem; Sache; Streitfrage	Aufgabe; Betreff; Motiv; Thema; Themen; Untertan
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fråga		anfragen; ansuchen; ausforschen; beantragen; befragen; beten; betteln; bitten; eine Frage stellen; erforschen; erfragen; ergründen; erkunden; erproben; ersuchen; fahnden; flehen; forschen; fragen; informieren; nachforschen; nachfragen; nachgehen; nachspüren; prüfen; sich fragen; spüren; suchen; untersuchen; verwundern; überprüfen
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Fråga	Frage

Frage

noun

Angelegenheit, Diskussionspunkt, Problem
- Frage → fråga
Linguistik: Äußerung, die Antwort oder Klärung verlangt; Aufforderung zur Antwort
- Frage → fråga

Cross Translation:

From	To	Via
• Frage	→ fråga	↔ vraag — een verzoek om inlichting
• Frage	→ fråga; spörsmål; spörjning	↔ question — sentence which asks for information
• Frage	→ fråga	↔ question — topic under discussion
• Frage	→ tvivel	↔ question — doubt or challenge about the truth
• Frage	→ fråga; spörsmål	↔ question — interrogation, demande que l’on faire pour s’informer de quelque chose.