Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Fraß:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Fraß (Duits) in het Zweeds

Fraß:

Fraß [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Fraß
    smackning; glufsande

Vertaal Matrix voor Fraß:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
glufsande Fraß Fressen; Schlingen
smackning Fraß Geschmatz

Wiktionary: Fraß

Fraß
noun
  1. abfällig, umgangssprachlich: Essen, das man nicht mögen
  2. Nahrung für Tiere

Cross Translation:
FromToVia
Fraß måltid repas — Nourriture (sens général)