Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Flur:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Flur (Duits) in het Zweeds

Flur:

Flur [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Flur (Gang; Korridor)
    korridor
  2. der Flur (Vorhalle; Eingangshalle; Halle; )
    hall; vestibul
    • hall [-en] zelfstandig naamwoord
    • vestibul [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Flur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hall Diele; Eingang; Eingangshalle; Entree; Flur; Halle; Portal; Vestibül; Vorhalle Eingangshalle; Halle; Kammer; Portal; Raum; Räumlichkeit; Saal; Sporthalle; Vorhalle; Zimmer; großes Zimmer
korridor Flur; Gang; Korridor Durchgang; Gang; Korridor; Wandelgang; Wandelhalle
vestibul Diele; Eingang; Eingangshalle; Entree; Flur; Halle; Portal; Vestibül; Vorhalle
- Treppenabsatz

Synoniemen voor "Flur":


Wiktionary: Flur

Flur
noun
  1. Fläche, die landwirtschaftlich genutzt wird
  2. Raum zwischen Hauseingang und Treppenhaus oder zwischen Haustür und Wohnbereich

Cross Translation:
FromToVia
Flur entré; hall; farstu entry — room
Flur korridor gang — lange smalle ruimte
Flur fält; åker champ — Terrain de campagne