Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Flugreisende:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Flugreisende (Duits) in het Zweeds

Flugreisende:

Flugreisende [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Flugreisende (Passagier; Reisende; Gast; Insasse; Fluggast)
    passagerare; resande
  2. der Flugreisende (Fluggast)
    luftresande

Vertaal Matrix voor Flugreisende:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
luftresande Fluggast; Flugreisende
passagerare Fluggast; Flugreisende; Gast; Insasse; Passagier; Reisende Fahrgast; Fahrgäste; Insassen; Passagier; Passagiere; Schiffspassagier
resande Fluggast; Flugreisende; Gast; Insasse; Passagier; Reisende Fahrgast; Sich erheben
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
resande ambulant; herumreisend; herumziehend; umherreisend