Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Flosse:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Flosse (Duits) in het Zweeds

Flosse:

Flosse [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Flosse (Häutchen; Membran; Fell; Haut; Häute)
    membran
    • membran [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. die Flosse (Schwimmflosse; Finne)
    simfot
    • simfot [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Flosse:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
membran Fell; Flosse; Haut; Häutchen; Häute; Membran Tympanum
simfot Finne; Flosse; Schwimmflosse

Synoniemen voor "Flosse":


Wiktionary: Flosse

Flosse
noun
  1. (umgangssprachlich) die Hand oder Fuß
  2. Wassersport: Kurzform für Schwimm- oder Taucherflossen
  3. allgemeiner Sprachgebrauch, Tieranatomie: Antriebs- und Stabilisierungsorgan bei im Wasser lebenden Tieren

Cross Translation:
FromToVia
Flosse fena fin — appendage of a fish
Flosse labb; fena fin — appendage of a cetacean or other marine animal
Flosse simfot flipper — mammal's wide limb for swimming
Flosse fena nageoireorgane extérieur des poissons, des animaux marins, qui leur sert à nager.