Duits
Uitgebreide vertaling voor Flanieren (Duits) in het Zweeds
Flanieren:
-
Flanieren (Schlendern; Bummeln)
Vertaal Matrix voor Flanieren:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
flanera | Bummeln; Flanieren; Schlendern | |
spankulera | Bummeln; Flanieren; Schlendern | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
flanera | flanieren; paradieren; schlendern; spazieren; spazierengehen; streunen; trödeln | |
spankulera | flanieren; paradieren; schlendern; spazieren; spazierengehen; streunen; trödeln |