Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Fimmel:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Fimmel (Duits) in het Zweeds

Fimmel:

Fimmel [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Fimmel (Obsession; Zwangvorstellung; Fixierung)
    fixering; anfäktelse
  2. der Fimmel (Manie)
    överdriven kärlek; mani
  3. der Fimmel (Manie)
    mani
    • mani [-en] zelfstandig naamwoord
  4. der Fimmel (Obsession; Fixierung; Zwangsvorstellung; Zwangvorstellung; Wahnidee)
    fixering; obsession

Vertaal Matrix voor Fimmel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anfäktelse Fimmel; Fixierung; Obsession; Zwangvorstellung
fixering Fimmel; Fixierung; Obsession; Wahnidee; Zwangsvorstellung; Zwangvorstellung Fixierung; Obsession
mani Fimmel; Manie Manie; Rage
obsession Fimmel; Fixierung; Obsession; Wahnidee; Zwangsvorstellung; Zwangvorstellung
överdriven kärlek Fimmel; Manie

Synoniemen voor "Fimmel":


Wiktionary: Fimmel

Fimmel
noun
  1. (umgangssprachlich) abwertend: übertriebener Eifer für eine Sache; seltsame Angewohnheit