Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Ferienhaus:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Ferienhaus (Duits) in het Zweeds

Ferienhaus:

Ferienhaus [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Ferienhaus (Ferienwohnung; Sommersitz)
    sommarstuga; fritidshus

Vertaal Matrix voor Ferienhaus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fritidshus Ferienhaus; Ferienwohnung; Sommersitz
sommarstuga Ferienhaus; Ferienwohnung; Sommersitz Schauplatz

Synoniemen voor "Ferienhaus":