Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Felsen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Felsen (Duits) in het Zweeds

Felsen:

Felsen [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Felsen (Felsblock; Fels; Gestein; Stein)
    sten bildning
  2. der Felsen (Steinchen; Zündstein; Stein; )
    kiselsten; småsten
  3. der Felsen (Stein; Fels; Schliff)
    sten formning

Felsen [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Felsen (Gestein)
    bergart
    • bergart [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Felsen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bergart Felsen; Gestein
kiselsten Felsen; Gehänge; Kleinod; Nippes; Nippsache; Stein; Steinbock; Steinchen; Steinplatte; Zündstein; kleineStein
småsten Felsen; Gehänge; Kleinod; Nippes; Nippsache; Stein; Steinbock; Steinchen; Steinplatte; Zündstein; kleineStein Grus; Kies; Kieselstein; Steinchen
sten bildning Fels; Felsblock; Felsen; Gestein; Stein
sten formning Fels; Felsen; Schliff; Stein

Synoniemen voor "Felsen":


Wiktionary: Felsen


Cross Translation:
FromToVia
Felsen klippa cliff — a (near) vertical rock face
Felsen klippa rock — mass of projecting rock
Felsen skär rock — hill or island without vegetation
Felsen klippa rocmasse de pierre très dure, qui tenir au sol.
Felsen klippa rocher — Grande masse de pierre dure, escarpée.