Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Fasson:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Fasson (Duits) in het Zweeds

Fasson:

Fasson [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Fasson (Schnitt)
    hår stil

Vertaal Matrix voor Fasson:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hår stil Fasson; Schnitt

Synoniemen voor "Fasson":


Wiktionary: Fasson

Fasson
noun
  1. veraltet: Revers
  2. die Befestigung von wertvollen Materialien an Schmuckgegenständen
  3. Kleidung, Frisur: eine bestimmte Form, Machart
  4. das Wahren der Selbstbeherrschung oder der Gelassenheit
  5. Lebensart eines Menschen