Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal Erzähler

Vertaal Erzähler van Duits naar Zweeds

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Erzähler:
- berättare; uppläsare; pratkvarn
Wiktionary:
- Erzähler → berättare

Duits

Uitgebreide vertaling voor Erzähler (Duits) in het Zweeds

Erzähler:

Erzähler [der ~] zelfstandig naamwoord

der Erzähler
berättare; uppläsare
- berättare [-en] zelfstandig naamwoord
- uppläsare [-en] zelfstandig naamwoord
der Erzähler (Plauderer)
pratkvarn
- pratkvarn [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Erzähler:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
berättare	Erzähler
pratkvarn	Erzähler; Plauderer	Faselhans; Faseltante; Klatschbase; Klatschmaul; Quasselstrippe; Quasseltante; Schwätzerin
uppläsare	Erzähler	Rezitator; Vortragskünstler

Synoniemen voor "Erzähler":

narrative Instanz

Wiktionary: Erzähler

Erzähler

noun

Verfasser einer Erzählung
- Erzähler → berättare
Literaturwissenschaft: abstrakte Instanz in einem epischen Werk, aus deren Sichtweise erzählt wird
- Erzähler → berättare
Person, die etwas erzählt
- Erzähler → berättare