Overzicht
Duits naar Zweeds: Meer gegevens...
- Erreger:
-
Wiktionary:
- Erreger → smittokälla, smittoorsak, smittobärare, smittämne
Duits
Uitgebreide vertaling voor Erreger (Duits) in het Zweeds
Erreger:
-
der Erreger (Erzeuger)
Vertaal Matrix voor Erreger:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
alstrare | Erreger; Erzeuger | Erzeuger; Generator; Hervorbringer; Produzent |
Synoniemen voor "Erreger":
Wiktionary: Erreger
Erreger
noun
-
Medizin: Auslöser einer Krankheit
- Erreger → smittokälla; smittoorsak; smittobärare; smittämne