Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Erprobung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Erprobung (Duits) in het Zweeds

Erprobung:

Erprobung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Erprobung (Prüfung; Test; Examen; )
    förprov; examen
  2. die Erprobung (Prüfung; Probe; Test)
    prov; prövande
    • prov [-ett] zelfstandig naamwoord
    • prövande zelfstandig naamwoord
  3. die Erprobung (Verführung; Verleitung; Verlockung; )
    förövring; frestelse
  4. die Erprobung

Vertaal Matrix voor Erprobung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
examen Abgangsprüfung; Erprobung; Examen; Klassenarbeit; Meisterprüfung; Proben; Prüfung; Repetieren; Test Computertest; Klassenarbeit; Prüfung; Test
frestelse Eroberung; Erprobung; Experiment; Prüfung; Verführung; Verleitung; Verlockung Anziehung; Verlockendheit
förprov Abgangsprüfung; Erprobung; Examen; Klassenarbeit; Meisterprüfung; Proben; Prüfung; Repetieren; Test
förövring Eroberung; Erprobung; Experiment; Prüfung; Verführung; Verleitung; Verlockung
prov Erprobung; Probe; Prüfung; Test Aburteilung; Computertest; Klassenarbeit; Muster; Prüfung; Stichprobe; Test
prövande Erprobung; Probe; Prüfung; Test
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
provning Erprobung
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
prövande anstrengend; bedenklich; kompliziert; kritisch; problematisch; schwierig

Synoniemen voor "Erprobung":


Wiktionary: Erprobung

Erprobung
noun
  1. Test, welcher bestätigen soll, ob etwas tatsächlich so funktioniert, wie es funktionieren soll

Cross Translation:
FromToVia
Erprobung tenta; tentamen; skrivning; prov examination — formal test