Duits
Uitgebreide vertaling voor Erlaubnisschein (Duits) in het Zweeds
Erlaubnisschein:
-
der Erlaubnisschein (Urlaubszeit; Ferien; Urlaub; Studienurlaub; Erlaubnis; Wahlurlaubstag; Erholung; Bildungsurlaub)
skolledighet; skollov; lov; studiedag; ledig dag-
skolledighet zelfstandig naamwoord
-
studiedag zelfstandig naamwoord
-
ledig dag zelfstandig naamwoord
-
-
der Erlaubnisschein
skriftligt tillstånd; skriftlig tillåtelse-
skriftligt tillstånd zelfstandig naamwoord
-
skriftlig tillåtelse zelfstandig naamwoord
-
Vertaal Matrix voor Erlaubnisschein:
| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| ledig dag | Bildungsurlaub; Erholung; Erlaubnis; Erlaubnisschein; Ferien; Studienurlaub; Urlaub; Urlaubszeit; Wahlurlaubstag | Ausgangstag; Urlaubstag |
| lov | Bildungsurlaub; Erholung; Erlaubnis; Erlaubnisschein; Ferien; Studienurlaub; Urlaub; Urlaubszeit; Wahlurlaubstag | Bewilligung; Erlaubnis; Festtage; Genehmigung; Permission |
| skolledighet | Bildungsurlaub; Erholung; Erlaubnis; Erlaubnisschein; Ferien; Studienurlaub; Urlaub; Urlaubszeit; Wahlurlaubstag | |
| skollov | Bildungsurlaub; Erholung; Erlaubnis; Erlaubnisschein; Ferien; Studienurlaub; Urlaub; Urlaubszeit; Wahlurlaubstag | |
| skriftlig tillåtelse | Erlaubnisschein | |
| skriftligt tillstånd | Erlaubnisschein | |
| studiedag | Bildungsurlaub; Erholung; Erlaubnis; Erlaubnisschein; Ferien; Studienurlaub; Urlaub; Urlaubszeit; Wahlurlaubstag |