Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Endlauf:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Endlauf (Duits) in het Zweeds

Endlauf:

Endlauf [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Endlauf (Endpunkt; Beschluß; Ablauf; )
    slutpunkt; slut
    • slutpunkt [-en] zelfstandig naamwoord
    • slut [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. der Endlauf (Endkampf; Finale; Endspiel; Endrunde; Finalist)
    slutet; final
    • slutet zelfstandig naamwoord
    • final [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Endlauf:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
final Endkampf; Endlauf; Endrunde; Endspiel; Finale; Finalist Schlußnummer
slut Ablauf; Ausklang; Auslauf; Beschluß; Endkampf; Endlauf; Endpunkt Abschluß; Arsch; Beendigung; Beendung; Ende; Endergebnis; Ergebnis; Folgerung; Gesamtergebnis; Gesamtzahl; Hintern; Konklusion; Resultat; Schluß; Schwanzende
slutet Endkampf; Endlauf; Endrunde; Endspiel; Finale; Finalist Ablauf; Ende; Entknotung; Lösung
slutpunkt Ablauf; Ausklang; Auslauf; Beschluß; Endkampf; Endlauf; Endpunkt Ausgleich; Endpunkt
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
slut abgemattet; abgespannt; ermattet; erschöpft; fertig; halbtot; hundemüde; kaputt; leid; ohnmächtig; satt; todmüde; übermüdet
slutet abgeschlossen; ablaufend; endend; geschlossen