Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Eintreten:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Eintreten (Duits) in het Zweeds

Eintreten:

Eintreten [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Eintreten (Ereignis; Vorfall; Begebenheit; Geschehen; Vorgang)
    händelse
  2. Eintreten
    sparka in
  3. Eintreten (Hineingehen; Eindringen)
    inkommande
  4. Eintreten (Eintreffen; Eintritt; Anfang; )
    insats; entré; inträde; ankomst
    • insats [-en] zelfstandig naamwoord
    • entré [-en] zelfstandig naamwoord
    • inträde [-ett] zelfstandig naamwoord
    • ankomst [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Eintreten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ankomst Anfang; Ankunft; Antreten; Antritt; Eindringen; Einkommen; Einnahme; Eintreffen; Eintreten; Eintritt; Einzug; Einzüge; Kommen Advent; Ankunft; Eintreffen; Erscheinen; Erscheinung; Erscheinungsbild; Erscheinungsform; Kommen; Steigerung
entré Anfang; Ankunft; Antreten; Antritt; Eindringen; Einkommen; Einnahme; Eintreffen; Eintreten; Eintritt; Einzug; Einzüge; Kommen Eingangshalle; Halle; Portal; Vorhalle
händelse Begebenheit; Eintreten; Ereignis; Geschehen; Vorfall; Vorgang Ereignis; Ereignisse; Programmereignis; Stattfinden; Vorfälle; Zwischenfall; Zwischenfälle
inkommande Eindringen; Eintreten; Hineingehen Antritte; Immatrikulierte
insats Anfang; Ankunft; Antreten; Antritt; Eindringen; Einkommen; Einnahme; Eintreffen; Eintreten; Eintritt; Einzug; Einzüge; Kommen
inträde Anfang; Ankunft; Antreten; Antritt; Eindringen; Einkommen; Einnahme; Eintreffen; Eintreten; Eintritt; Einzug; Einzüge; Kommen Ankunft; Bewilligung; Einfahrt; Einkommen; Eintreffen; Erscheinen; Erscheinung; Erscheinungsbild; Erscheinungsform; Genehmigung; Steigerung; Zulassung; Zutritte
sparka in Eintreten
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sparka in einstoßen; eintreten
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inkommande einkommend

Synoniemen voor "Eintreten":