Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Eintreffen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Eintreffen (Duits) in het Zweeds

Eintreffen:

Eintreffen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Eintreffen (Ankunft; Kommen)
    ankomst
    • ankomst [-en] zelfstandig naamwoord
  2. Eintreffen (Ankunft)
    inträde
  3. Eintreffen (Eintritt; Anfang; Ankunft; )
    insats; entré; inträde; ankomst
    • insats [-en] zelfstandig naamwoord
    • entré [-en] zelfstandig naamwoord
    • inträde [-ett] zelfstandig naamwoord
    • ankomst [-en] zelfstandig naamwoord
  4. Eintreffen (Ankunft; Anreisen)
    ankommande; ankomster

Vertaal Matrix voor Eintreffen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ankommande Ankunft; Anreisen; Eintreffen Ankommen; Arrivieren
ankomst Anfang; Ankunft; Antreten; Antritt; Eindringen; Einkommen; Einnahme; Eintreffen; Eintreten; Eintritt; Einzug; Einzüge; Kommen Advent; Erscheinen; Erscheinung; Erscheinungsbild; Erscheinungsform; Kommen; Steigerung
ankomster Ankunft; Anreisen; Eintreffen
entré Anfang; Ankunft; Antreten; Antritt; Eindringen; Einkommen; Einnahme; Eintreffen; Eintreten; Eintritt; Einzug; Einzüge; Kommen Eingangshalle; Halle; Portal; Vorhalle
insats Anfang; Ankunft; Antreten; Antritt; Eindringen; Einkommen; Einnahme; Eintreffen; Eintreten; Eintritt; Einzug; Einzüge; Kommen
inträde Anfang; Ankunft; Antreten; Antritt; Eindringen; Einkommen; Einnahme; Eintreffen; Eintreten; Eintritt; Einzug; Einzüge; Kommen Bewilligung; Einfahrt; Einkommen; Erscheinen; Erscheinung; Erscheinungsbild; Erscheinungsform; Genehmigung; Steigerung; Zulassung; Zutritte

Synoniemen voor "Eintreffen":


Wiktionary: Eintreffen


Cross Translation:
FromToVia
Eintreffen ankomst; tillkomst arrivageabord, arrivée des navires dans un port.
Eintreffen ankomst; tillkomst arrivéeaction d’arriver.