Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Einfluß:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Einfluß (Duits) in het Zweeds

Einfluß:

Einfluß [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Einfluß (Einflüsse; Einwirkung; Beeinflussung; Macht)
    inflytande; enfluerande
  2. der Einfluß (Beeinflussung; Einwirkung; Einflüsse)
    inflytande; påverkan; inverkan; influens

Vertaal Matrix voor Einfluß:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
enfluerande Beeinflussung; Einfluß; Einflüsse; Einwirkung; Macht
influens Beeinflussung; Einfluß; Einflüsse; Einwirkung
inflytande Beeinflussung; Einfluß; Einflüsse; Einwirkung; Macht Einführung; Einwirkung
inverkan Beeinflussung; Einfluß; Einflüsse; Einwirkung Auswirkung; Effekt; Einführung; Einwirkung; Wirkung
påverkan Beeinflussung; Einfluß; Einflüsse; Einwirkung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inflytande beeinflussen; steuern

Wiktionary: Einfluß


Cross Translation:
FromToVia
Einfluß kejsardöme empireautorité absolue.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van Einfluß