Duits
Uitgebreide vertaling voor Dreikäsehoch (Duits) in het Zweeds
Dreikäsehoch:
-
der Dreikäsehoch (Gnom; Knirps; Zwerg; Kobold)
trädgårdstomte; gnom; dvärg; bergstroll; jordande-
trädgårdstomte zelfstandig naamwoord
-
bergstroll zelfstandig naamwoord
-
-
der Dreikäsehoch (Kleinkind; Knabe; Sprößling; Knirps; Kind; Kleine; Gör; Dingelchen; Wicht; Ding; Kerlchen)
-
der Dreikäsehoch (Kerlchen; Knabe; Sprößling; Knirps; Kleine; Wicht)
Vertaal Matrix voor Dreikäsehoch:
Synoniemen voor "Dreikäsehoch":
Wiktionary: Dreikäsehoch
Dreikäsehoch
noun
-
(umgangssprachlich) scherzh.|: kleines Kind (besonders ein Junge), das sich wie ein Erwachsener gibt
- Dreikäsehoch → parvel