Duits
Uitgebreide vertaling voor Dingelchen (Duits) in het Zweeds
Dingelchen:
-
Dingelchen (Baby; Kindchen)
-
Dingelchen (Kleinkind; Knabe; Sprößling; Dreikäsehoch; Knirps; Kind; Kleine; Gör; Wicht; Ding; Kerlchen)
-
Dingelchen (Details)
detaljer; småsaker; petitesser-
detaljer zelfstandig naamwoord
-
småsaker zelfstandig naamwoord
-
petitesser zelfstandig naamwoord
-
-
Dingelchen (Kleinigkeit; Lappalie; Ding; Bagatelle)
Vertaal Matrix voor Dingelchen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
baby | Baby; Ding; Dingelchen; Dreikäsehoch; Gör; Kerlchen; Kind; Kindchen; Kleine; Kleinkind; Knabe; Knirps; Sprößling; Wicht | Baby; Babychen; Ding; Kind; Kleines Kind; Säugling |
bagatell | Bagatelle; Ding; Dingelchen; Kleinigkeit; Lappalie | Bagatelle; Kleinigkeit; Lappalie |
detaljer | Details; Dingelchen | Besonderheiten; Details; Einzelheiten |
futtighet | Bagatelle; Ding; Dingelchen; Kleinigkeit; Lappalie | |
litet barn | Ding; Dingelchen; Dreikäsehoch; Gör; Kerlchen; Kind; Kleine; Kleinkind; Knabe; Knirps; Sprößling; Wicht | Ding; Kind; Kindchen; Kleine; Kleines Kind |
petitesser | Details; Dingelchen | |
småsak | Bagatelle; Ding; Dingelchen; Kleinigkeit; Lappalie | Banalität; Detail; Einzelheit; Kleinigkeit; Nebensache; Trivialität |
småsaker | Details; Dingelchen | Details |
spädbarn | Baby; Ding; Dingelchen; Dreikäsehoch; Gör; Kerlchen; Kind; Kindchen; Kleine; Kleinkind; Knabe; Knirps; Sprößling; Wicht | Baby; Ding; Kind; Kleines Kind; Säugling; frühe Kindheit |