Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Dia:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Dia (Duits) in het Zweeds

Dia:

Dia [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Dia
    diabild; isbana; glidning
    • diabild [-en] zelfstandig naamwoord
    • isbana [-en] zelfstandig naamwoord
    • glidning [-en] zelfstandig naamwoord
  2. Dia
    dia
    • dia [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Dia:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dia Dia
diabild Dia
glidning Dia
isbana Dia Eisbahn; Schlittschuhbahn

Synoniemen voor "Dia":

  • Diapositiv
  • Lichtbild

Wiktionary: Dia

Dia
noun
  1. Fotografie: übliche Kurzbezeichnung für Diapositiv, ein transparentes Bild, das zum Betrachten auf eine weiße Fläche (Wand, Leinwand) projiziert wird