Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Dank:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Dank (Duits) in het Zweeds

Dank:

Dank [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Dank
    tack
    • tack [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. der Dank (Erkenntlichkeit; Dankbarkeit; Erkenntnis; )
    tacksamhet; uppskattande
  3. der Dank (Erkenntlichkeit; Anerkennung; Dankbarkeit)
    erkännsamhet; tacksamhet; erkänsla

Vertaal Matrix voor Dank:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
erkännsamhet Anerkennung; Dank; Dankbarkeit; Erkenntlichkeit
erkänsla Anerkennung; Dank; Dankbarkeit; Erkenntlichkeit Religionsbekenntnis
tack Dank Dankbrief
tacksamhet Achtung; Anerkenntnis; Anerkennung; Bewertung; Dank; Dankbarkeit; Danken; Erkenntlichkeit; Erkenntnis; Erkennung; Würdigung
uppskattande Achtung; Anerkenntnis; Anerkennung; Bewertung; Dank; Dankbarkeit; Danken; Erkenntlichkeit; Erkenntnis; Erkennung; Würdigung Anerkennen; Anrechnen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tack danke
uppskattande anerkennend; schätzend

Synoniemen voor "Dank":


Wiktionary: Dank

Dank
noun
  1. das zum Ausdruck gebrachte Gefühl der Dankbarkeit
  2. ein Gefühl der Verpflichtung für eine erhaltene Wohltat

Cross Translation:
FromToVia
Dank tack thanks — expression of gratitude
Dank tack thanks — grateful feelings
Dank tack vare thanks to — because of
Dank gunst; nåd; ynnest grâce — Ce qui plaît dans les attitudes, les manières, les discours. Un certain agrément, un certain charme indéfinissable.
Dank tack vare grâce à — Quand il s’agit de choses, signifie : par elles, par leur action. Contrairement à « à cause de », cette locution implique une connotation positive.
Dank tack remerciementaction de remercier.

Verwante vertalingen van Dank