Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Dackel:
  2. Wiktionary:
    • Dackel → tax
    • Dackel → tax


Duits

Uitgebreide vertaling voor Dackel (Duits) in het Zweeds

Dackel:

Dackel [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Dackel (Teckel)
    tax
    • tax [-en] zelfstandig naamwoord
  2. der Dackel (Dachshunde)
    taxhundar

Dackel [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Dackel (Dachshunde)
    taxhund

Vertaal Matrix voor Dackel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tax Dachshund; Dackel; Teckel
taxhund Dachshunde; Dackel
taxhundar Dachshunde; Dackel

Synoniemen voor "Dackel":


Wiktionary: Dackel

Dackel
noun
  1. kleiner Hund, der traditionell zur Jagd eingesetzt wird
    • Dackeltax

Cross Translation:
FromToVia
Dackel tax dachshund — breed of dog