Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Dachziegel:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Dachziegel (Duits) in het Zweeds

Dachziegel:

Dachziegel [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Dachziegel (Dachpfanne)
    taktegel

Vertaal Matrix voor Dachziegel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
taktegel Dachpfanne; Dachziegel Dachbinder

Wiktionary: Dachziegel

Dachziegel
noun
  1. Bauteil, meist aus gebranntem Ton, zum Eindecken von Dächern