Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Dachstuhl:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Dachstuhl (Duits) in het Zweeds

Dachstuhl:

Dachstuhl [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Dachstuhl
    bunt; takstol; hängverk; bråckband

Vertaal Matrix voor Dachstuhl:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bråckband Dachstuhl
bunt Dachstuhl Bausch; Bund; Busch; Bündel; Büschel; Einzelvorgangsbündel; Garbe; Haufen; Horde; Menge; Paket; Schar; Truppe
hängverk Dachstuhl
takstol Dachstuhl

Wiktionary: Dachstuhl

Dachstuhl
noun
  1. Unterbau einer Dachbedeckung