Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Chirurg:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Chirurg (Duits) in het Zweeds

Chirurg:

Chirurg [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Chirurg (Chirurgin)
    kirurg
    • kirurg [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Chirurg:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kirurg Chirurg; Chirurgin

Wiktionary: Chirurg

Chirurg
noun
  1. Medizin: Facharzt für operative Heilbehandlung

Cross Translation:
FromToVia
Chirurg kirurg chirurg — specialist
Chirurg kirurg surgeon — doctor who performs surgery