Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Bruchteilen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Bruchteilen (Duits) in het Zweeds

Bruchteilen:

Bruchteilen [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Bruchteilen (Fraturen)
    brott; frakturer

Vertaal Matrix voor Bruchteilen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brott Bruchteilen; Fraturen Ausschreitungen; Bruch; Fraktur; Frevel; Freveltat; Missetat; Verbrechen; Vergreifen; Verstössen; Vertragsverletzung
frakturer Bruchteilen; Fraturen