Bogen in het Zweeds vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Bogen:
- kurva; båge; bågskytte; armborst; bugning; stråke; fiolstråke
Wiktionary:
- Bogen → båge, stråke, ark
- Bogen → båge, kurva, valv, valvbåge, pilbåge, krökning, rundning, stråke

Duits

Uitgebreide vertaling voor Bogen (Duits) in het Zweeds

der Bogen (Kurve; Rundung; Krümmung; Wölbung)
kurva
- kurva [-en] zelfstandig naamwoord
der Bogen (Wölbung; Biegung; Rundung)
båge
- båge [-en] zelfstandig naamwoord
der Bogen (Handbogen; Armbrust; Handbögen)
båge; bågskytte; armborst
- båge [-en] zelfstandig naamwoord
- bågskytte zelfstandig naamwoord
- armborst [-ett] zelfstandig naamwoord
der Bogen (Geigenbogen)
bugning
- bugning [-en] zelfstandig naamwoord
der Bogen (Geigenbogen; Streichbogen)
stråke; fiolstråke
- stråke zelfstandig naamwoord
- fiolstråke zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
armborst	Armbrust; Bogen; Handbogen; Handbögen
bugning	Bogen; Geigenbogen
båge	Armbrust; Biegung; Bogen; Handbogen; Handbögen; Rundung; Wölbung	Bogengewölbe; Geigenstock; Gewölbe; Schutzdach; Überdachung
bågskytte	Armbrust; Bogen; Handbogen; Handbögen
fiolstråke	Bogen; Geigenbogen; Streichbogen	Bögen; Geigenstock; Streichbögen
kurva	Bogen; Krümmung; Kurve; Rundung; Wölbung	Beugung; Biegung; Drehung; Krümme; Krümmung; Kurve; Suppe; Windung; Wölbung; Zeug
stråke	Bogen; Geigenbogen; Streichbogen	Bögen; Geigenstock; Streichbögen
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
kurva		beugen; hinneigen; knicken; krümmen

Bogen

noun

Holzgerüst des Sattels
- Bogen → båge
Typografie: Element der Notenschrift über zwei gleich hohen Noten zur Verlängerung des Tones
- Bogen → båge
Musik: mit Haar bespannter hölzerner Stab zum Bespielen von Saiteninstrumenten
- Bogen → stråke
nach bestimmten, meist standardisierten Maßen beschnittenes bzw. geschöpftes Papier
- Bogen → ark
Sport, Jagd, Militär: aus Holz gefertigte und mit einer Sehne versehene Schusswaffe zum Abschießen von Pfeilen
- Bogen → båge
Bauwesen: Bauteil über Öffnungen und Raum zum Tragen darüberliegender Bauteile
- Bogen → båge
allgemein und Mathematik: gekrümmte, in der Regel mathematisch beschreibbare Linie, Kurve
- Bogen → båge

Cross Translation:

From	To	Via
• Bogen	→ båge; kurva	↔ arc — geometry: part of a curve
• Bogen	→ båge; kurva	↔ arc — curve
• Bogen	→ båge	↔ arch — inverted U shape
• Bogen	→ valv; valvbåge	↔ arch — architectural element
• Bogen	→ båge; pilbåge	↔ bow — weapon used for shooting arrows
• Bogen	→ krökning; båge; rundning	↔ bow — bend in a rod or planar surface
• Bogen	→ stråke	↔ bow — rod used for playing stringed instruments
• Bogen	→ pilbåge	↔ arc — Arme