Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Bittsteller:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Bittsteller (Duits) in het Zweeds

Bittsteller:

Bittsteller [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Bittsteller (Flehender)
    klagande; kärande
  2. der Bittsteller (Kläger; Flehende; Bittende)
    klagare
  3. der Bittsteller
    petitionist
  4. der Bittsteller (Ersucher)
    petitionär; supplikant

Vertaal Matrix voor Bittsteller:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klagande Bittsteller; Flehender Elegie; Geheul; Gejammer; Geklage; Gemecker; Genörgel; Geschimpfe; Klage; Klage einreichen; Klagelied; Klagen; Schimpferei; Stöhnen; Wehklage
klagare Bittende; Bittsteller; Flehende; Kläger
kärande Bittsteller; Flehender
petitionist Bittsteller
petitionär Bittsteller; Ersucher Antragstellerin
supplikant Bittsteller; Ersucher Supplicant
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klagande Ich bedauere es nicht!; brummig; elend; griesgrämig; grimmig; jammervoll; klagend; kläglich; knurrig; kribbelig; mürrisch; nörglerisch; quengelig; sauertöpfisch; schlechtgelaunt; trauernd; traurig; trüb; trübe; trübsinnig; unwirsch; verdrießlich

Synoniemen voor "Bittsteller":


Computer vertaling door derden: