Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Bißchen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Bißchen (Duits) in het Zweeds

Bißchen:

Bißchen [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Bißchen
    lite; smula
    • lite zelfstandig naamwoord
    • smula [-en] zelfstandig naamwoord

Bißchen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Bißchen (Wenig)
    en liten bit

Vertaal Matrix voor Bißchen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
en liten bit Bißchen; Wenig Ausflug; Schimmer; klein Bischen
lite Bißchen
smula Bißchen Deut; Firlefanz; Klimbim; Krume; Krümel; Körnchen; Nippsache; Scheibe; Schnicksnack; Schnitte
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
lite ein wenig; wenig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
en liten bit ein bißchen
lite ein wenig; einigermaßen

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van Bißchen