Overzicht
Duits naar Zweeds: Meer gegevens...
- Bestand:
-
Wiktionary:
- Bestand → bestånd, förråd, uppsättning
Duits
Uitgebreide vertaling voor Bestand (Duits) in het Zweeds
Bestand:
-
der Bestand
-
der Bestand (Mobiliar; Hausrat; Inventar; Eigentum; Besitz; Habe; Besitztum; Hausmobiliar)
möbler och husgeråd-
möbler och husgeråd zelfstandig naamwoord
-
-
der Bestand (Anlage; Posten; Aktiva)
-
der Bestand (Inventar)
Vertaal Matrix voor Bestand:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
lager | Bestand; Inventar | Anfuhr; Belag; Deponie; Depot; Depots; Geschäft; Geschäfte; Großhandelsgebäude; Güterschuppen; Kaufhaus; Lager; Lagerhaus; Lagerhäuser; Lagerpaltz; Lagerplatz; Lagerraum; Magazin; Magazine; Niederlage; Sammelplatz; Schicht; Schäfte; Speicher; Vorratslager; Warenbestand; Warenhaus; Warenlager; Zufuhr |
möbler och husgeråd | Besitz; Besitztum; Bestand; Eigentum; Habe; Hausmobiliar; Hausrat; Inventar; Mobiliar | |
tillgång | Aktiva; Anlage; Bestand; Posten | Anfuhr; Anlage; Anordnung; Beschluß; Entschluß; Erlaß; Hilfsquelle; Verfügbarkeit; Verordnung; Zufuhr |
vapenvila | Bestand | Waffenstillstand |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
lager | Aufbewahrungsort |
Synoniemen voor "Bestand":
Wiktionary: Bestand
Bestand
noun
-
fortdauernde Existenz von etwas
- Bestand → bestånd
-
Menge von vorhandenen Gegenständen
- Bestand → bestånd; förråd; uppsättning
Computer vertaling door derden: