Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Bestand:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Bestand (Duits) in het Zweeds

Bestand:

Bestand [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Bestand
    vapenvila
  2. der Bestand (Mobiliar; Hausrat; Inventar; )
  3. der Bestand (Anlage; Posten; Aktiva)
    tillgång
  4. der Bestand (Inventar)
    lager
    • lager [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Bestand:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lager Bestand; Inventar Anfuhr; Belag; Deponie; Depot; Depots; Geschäft; Geschäfte; Großhandelsgebäude; Güterschuppen; Kaufhaus; Lager; Lagerhaus; Lagerhäuser; Lagerpaltz; Lagerplatz; Lagerraum; Magazin; Magazine; Niederlage; Sammelplatz; Schicht; Schäfte; Speicher; Vorratslager; Warenbestand; Warenhaus; Warenlager; Zufuhr
möbler och husgeråd Besitz; Besitztum; Bestand; Eigentum; Habe; Hausmobiliar; Hausrat; Inventar; Mobiliar
tillgång Aktiva; Anlage; Bestand; Posten Anfuhr; Anlage; Anordnung; Beschluß; Entschluß; Erlaß; Hilfsquelle; Verfügbarkeit; Verordnung; Zufuhr
vapenvila Bestand Waffenstillstand
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
lager Aufbewahrungsort

Synoniemen voor "Bestand":


Wiktionary: Bestand

Bestand
noun
  1. fortdauernde Existenz von etwas
  2. Menge von vorhandenen Gegenständen

Computer vertaling door derden: